De zwangerschap wordt geteld vanaf
de eerste dag van de laatste menstruatie. In wezen ben je dan nog geheel niet zwanger,
want een eventuele bevruchting is pas halverwege de cyclus en dus meestal ongeveer
veertien dagen na de eerste dag van de menstruatie.
Doordat de telling van het aantal zwangerschapsweken direct vanaf de eerste dag van de
laatste menstruatie ingaat, ben je in de derde zwangerschapsweek eigenlijk vreemd genoeg
pas 1 week zwanger! De eerste week = de derde week. Je bent dus al twee weken 'zwanger' en
daar hoef je niets voor te doen.
Rond de veertiende
dag van jouw cyclus vindt een eventuele bevruchting plaats. Bij de bevruchting versmelten
een eicel en een zaadcel. Dit gebeurt in de eileider. Vanaf het moment dat een eicel
bevrucht is door een zaadcel begint direct een ongelooflijk proces waarin cellen zich in
een razend tempo herhaaldelijk delen. Van twee naar vier cellen, van vier naar acht, van
acht naar zestien cellen, enzovoort. In de vierde week komt het trosje cellen in de
baarmoeder en gaar daar door met de celdeling. Dit groeiende bergje cellen is nog zo klein
dat het zelfs nog geen embryo kan worden genoemd. Zes tot zeven dagen na de bevruchting
nestelt het trosje cellen zich in de wand van de baarmoeder. Een deel van de cellen gaat
de baby vormen. Een ander deel de vliezen en nog een ander deel de placenta. Nu ben je nog
niet "over tijd" en weet je dus nog niet of je zwanger bent. De vrucht is dan al
wel kwetsbaar. Als er iets fout gaat bij de bevruchting of bij de eerste celdelingen
sterft de vrucht meestal vanzelf binnen een tot twee weken af.
Tegen het einde van de eerste maand heeft het bolletje met
cellen zelfs nog niet de grootte van een rijstkorrel bereikt. Toch is er een begin gemaakt
met de vorming van het zenuwstelsel, het skelet en het hart. Het bolletje van 2.5
millimeter is zo hard aan het groeien dat het stipje met het blote oog waarneembaar zou
moeten kunnen zijn. |